Archief

oktober 2017

Gezondheid

Loslaten: vaarwel zeggen

Als je gezond wilt blijven, dan zul je nare ervaringen op tijd los moeten laten. Want er is niets zo belastend voor het lichaam als ellende die je met je mee blijft torsen. Maar hoe doe je dat?

Iets gaat alleen maar weg als je het ook wegstuurt

Degene die af wil vallen denkt de hele dag aan eten. En wie wil stoppen met roken ruikt de hele dag een sigaret. Dat komt omdat degene, die met iets wil stoppen, de hele dag bezig is zichzelf eraan te herinneren dat hij ‘het’ niet meer mag. En dat werkt averechts, want ieder moment komt dat eten of die sigaret in beeld, met alle verlangens en gewoonten van dien.

Zo gaat dat ook met negatieve ervaringen in het leven. Als je deze elke dag weer oprakelt, bespreekt met anderen of jezelf aanmaant om ze te vergeten, dan blijven ze je beheersen. Iets zal pas echt uit je leven verdwijnen als je het bewust de laan uit stuurt en gewoon ‘vergeet’ dat het ooit je pad heeft gekruist.

Voorgoed vaarwel

Loslaten is dus niets anders dan vaarwel zeggen tegen datgene wat je niet (meer) wilt. En dan maakt het niet uit of het om een blijvend verdriet gaat, een diepe kwetsuur, een grove fout of een andere ervaring waar je op blijft kauwen. Maar daar is wel moed en wilskracht voor nodig. Want je zult daadwerkelijk bereid moeten zijn om die ervaring te laten voor wat het is en in je vergeetboek bij te schrijven.

Vindt je dat erg moeilijk, dan is er een eenvoudig hulpmiddel om je daarbij te helpen: de zogenaamde visualisatie. Stel je die negatieve ervaring voor als iets of  iemand en neem daar officieel afscheid van.  Zoals je een ongewenste bezoeker de deur uitloodst of een misplaatst cadeau naar de prullenbak verwijst. Weg, aan het zicht onttrokken om nooit meer terug te keren.

Onverschilligheid?

Bij het loslaten van bepaalde problemen willen mensen je nog wel eens onverschilligheid verwijten. Bijvoorbeeld als je ophoudt met iemand te verzorgen of stopt met het opruimen van het puin dat iemand anders steeds weer achter laat. Maar zo’n ingrijpende toewijding aan een ander kan jouw eigen leven compleet ontregelen. En dan is het nodig om dit letterlijk uit handen te geven. Soms is het daarbij onvermijdelijk om ook de persoon zelf los te laten.

Dat is geen kwestie van onverschilligheid maar van zelfbehoud. Want iedereen heeft niet alleen het recht op een eigen leven, maar ook de plicht om dit voor zichzelf na te streven.

Eenzaamheid: het gemis aan een innige band

 

 

 

 

 

 

Gezondheid

Verdriet en hopeloosheid

Iemand die wat heeft, kan ook dingen verliezen. Dat geldt niet alleen voor huis en haard maar ook voor relaties, vriendschappen en een partnerschap. In het vorige artikel heb ik al aangegeven dat een groot verlies en een blijvend verdriet daarover een risicofactor vormt voor kanker. Maar wat is dit verlies precies?

Datgene waarmee je jezelf uitdrukt

Klinisch psycholoog en psychotherapeut Ph. D. Lawrence LeShan schrijft in zijn boek Cancer as a turning point (1994) dat de context waarbinnen kanker ontstaat “het verlies is van het belangrijkste waarmee de persoon zichzelf uitdrukt en het onvermogen om een betekenisvol alternatief te vinden”. Dit verlies heeft doorgaans te maken met het overlijden of gescheiden raken van de meest dierbare (ouders, partner, kind, huisdier) of het al dan niet gedwongen opgeven van een baan. Door de zware gevoelsschok, die dit teweeg kan brengen, wordt het leven daarna als volkomen onbevredigend en leeg ervaren. De persoon in kwestie gaat dan denken dat hij net zo goed dood kan zijn en die boodschap wordt doorgestuurd naar het lichaam.

De Duitse oncoloog Ryke Geert Hamer beschrijft deze wisselwerking tussen lichaam en geest in zijn lijvige boekwerk Die Vermächtnis einer Neuer Medizin, waarin hij ook de “IJzeren regel van kanker” heeft vastgelegd. Hij zegt dat de betreffende gevoelsschok een electromagnetische kortsluiting teweeg brengt in een deel van de hersenen waardoor dit deel geïsoleerd raakt en niet meer de juiste informatie doorgeeft aan het bijbehorende orgaan. Deze storing heeft hij ook in wetenschappelijke experimenten op CT-scan vastgelegd.

Gevoel van hopeloosheid

De diepe gevoelsschok, waar het hier over gaat, is meer dan de schok die wij allemaal ervaren als er plotseling iets dramatisch gebeurt (daar komen we in het algemeen wel overheen). Het gaat hier om een diep en blijvend gevoel van hopeloosheid dat raakt aan de kern van ons bestaan en maakt dat we niet meer in staat zijn de draad naar de toekomst op te pakken. Diep van binnen missen we het gevoel van betekenis en komt alsmaar de boodschap door dat we niet meer nodig zijn.

Dit gevoel heeft echter niets te maken met de ‘gewone’ depressiviteit en zal daarom niet snel worden opgemerkt. Want mensen die met kanker te maken krijgen vallen niet onder de noemer depressief. Ze zijn naar buiten toe altijd positief, relativerend, gezellig en vol grappen. Maar er is niets verraderlijker dan dat, want van binnen ligt er een sluipmoordenaar op de loer.

Loslaten: vaarwel zeggen

 

 

 

 

 

 

Gezondheid

Het portret van kanker

Zoals elke ziekte te maken heeft met de manier waarop wij in het leven staan, hangt ook kanker samen met de psyche van de betreffende mens (het psychologische portret). De beste schets van dit portret wordt gegeven door Carl O. Simonton, een Amerikaanse oncoloog (kankerspecialist) die in de jaren ’70 duizenden patiënten heeft behandeld en onderzocht op hun psychisch welbevinden. Daarbij kwam hij op een reeks overeenkomsten, die hij heeft gepubliceerd in zijn boek “Op weg naar herstel”. Zo kort mogelijke samengevat gaat het om:

Ervaringen in de kindertijd die resulteren in een vaste opvatting over wie ze niet willen zijn.
Deze ervaringen zijn negatief geladen zodat ze bepaalde regels ontwikkelen voor hun eigen gedrag naar de buitenwereld: goed, humoristisch, lief en aardig (ongeacht wat de werkelijke gevoelens zijn).

Het gedurende het (korte) leven gebombardeerd worden door een reeks van stressvolle voorvallen. Stress, die voor een probleem zorgt waar de persoon in kwestie niet mee om kan gaan, gegeven de regels die hij zichzelf heeft opgelegd.

•Geen weg zien om zichzelf te veranderen, hopeloos voelen en niet in staat zijn om de problemen op te lossen. Het opgeven van de ‘strijd’.

•Het creëren van een afstand tussen hemzelf en het probleem: inactief en gelaten worden. Oppervlakkig lijkt de persoon in kwestie de situatie aan te kunnen, maar inwendig heeft het leven voor hem geen betekenis meer, behalve zich te handhaven in de heersende gewoontes.

Simonton is niet de enige

Stephan Lermer, een Zwitsers psychotherapeut en schrijver van het boek “Kanker en Psyche”, komt tot dezelfde bevindingen maar voegt daar nog wat genuanceerde bevindingen van andere onderzoekers aan toe:

Het gaat om gezagsgetrouwe types die ertoe neigen belastende ervaringen en waarnemingen te ontkennen. Ze maken zich zorgen om anderen in plaats van zich te bekommeren om het eigen innerlijke leven. Ze zijn niet zozeer depressief maar ‘leeg’. Ze hebben een verstoorde relatie met de moeder waardoor latere relaties worden aangegaan met de schaduw van het toen ontstane wantrouwen (Bahnson & Bahnson/1979/VS)

Als kind maken ze zelden moeilijkheden, maar ze hebben ze onbewust in sterke mate. Ze vertonen sterk aangepast gedrag om normaal en fatsoenlijk over te komen. Weinig melding van angst of spanning; gering verband tussen lichaam en geest. Het gevolg is geen adequate reactie op spanningen van de geest (Kissen/1969/VS).

Overheersing van de moeder en een onvermogen om de vijandigheid tot uitdrukking te brengen of het verlies van iets waardevols te accepteren. Gevoel van hopeloosheid, nutteloosheid en vertwijfeling voordat de tumor zich openbaart (Charles Goldfarb/1967).

Opvoeding als streng ervaren, minderwaardigheidsgevoelens, vlijtig en gewetensvol, groot plichtsgevoel ten opzichte van de gemeenschap, religieus. Extravert maar niet bij machte boosheid uit te drukken. Gevoelens van depressie, hopeloosheid en vertwijfeling voorafgaand aan het ziek worden (Kurt Bammer/Keulen).

Als kind geconfronteerd met een koud en afwerend gezinsleven, waarbij uiterlijke perfectie en schijnvrede hoger werden aangeslagen dan spontane, blije hartelijkheid. Soms is een van de ouders overdreven liefderijk, maar deze stelt hoge eisen aan de perfectie van het kind (Grossart/Maticek).

Ondervertegenwoordiging en onderwaardering van de vader; moeder die moeite heeft met het geven van tederheid en onvoorwaardelijke geborgenheid. Kind leert zich niet bekommeren om zichzelf en spreekt zijn wensen niet uit. Kind zonder identiteit in wording (Günther Ammon/1974).

Zelden klagend over belasting en stress op het werk, zelden gecontroleerd voelend, zeggend nooit bang te zijn. Ze schatten zichzelf in als sterke individuen en nemen sociaal maatschappelijke verplichtingen serieus als karakteristieke uitdrukking van de zelfverloochening, verdringing van eigen behoeften en de realiteit.
Extravert, op de omgeving gericht, de aandacht van zichzelf afleidend en niet luisterend naar de eigen gevoelens (Rassidakis/1971).

Het verlies van de centrale persoon, waarop men zich oriënteert, reactiveert het oude gevoel van hopeloosheid en bevestigt de vroege ervaring van het ‘waardeloos zijn’ (de onmogelijkheid om iets blijvends in het leven te bereiken). Maanden tot jaren na dit ‘tweede’ verlies openbaren zich de eerste voorboden van kanker (Hürny en Adler/1981).

Hierna ga ik in op het grote verlies en het gevoel van hopeloosheid waar het om gaat.

Verdriet en hopeloosheid

 

 

 

 

 

Powered by themekiller.com