Gezondheid

Over de dood

Elke dag hebben we met het leven te maken, en zo ook met de dood. Maar de meeste mensen zijn bang voor de dood, voor het verlies van het ‘bewust zijn’ en het ‘niets’ dat ons wacht. Maar we kennen dat sfeertje van na de dood wel degelijk omdat het niet anders is dan wat we ‘meemaakten’ in de baarmoeder van onze moeder en gedurende de eerste jaren van ons leven. We ‘herinneren’ ons dat alleen niet meer. Want wat er toen was, zal er na de dood weer zijn.

Hans Stolp

Er zijn vele boeken geschreven over leven en dood, en over het stervensproces. Een van de belangrijkste boeken op dit gebied is wel het Tibetaanse boek van Leven en Sterven van Sogyal Rinpoche. Maar de Nederlandse Pastor Hans Stolp heeft een reeks vergelijkbare boeken geschreven die voortborduren op de kennis van de oude traditie van het esoterische christendom. Deze kennis was in de eerste drie eeuwen van onze jaartelling nog algemeen bekend, maar na de erkenning van het instituut kerk stroomde het ondergronds verder. Door Helena Blavatsky, de grondlegger van de theosofische beweging, is die stroom omstreeks 1875 weer bovengekomen. Zij heeft het samen met de vader van de antroposofische beweging, Rudolf Steiner, opnieuw geformuleerd op een manier die past bij ons moderne denken.

Wat er gebeurt als je dood gaat

Hans geeft nu bijna twintig jaar cursussen en lezingen over thema’s die samenhangen met leven en dood. Onderstaande informatie komt uit een interview dat is gehouden na afloop van een themadag over sterven op 18 december vorig jaar. Dit heb ik ontvangen via de FB pagina van Hans Stolp, maar helaas kan ik de naam van deze journalist/interviewer niet meer achterhalen:

Het proces van sterven begint eerder dan het moment van sterven zelf. De ziel weet dat het er aankomt. Als we sterven hebben we geen eeuwige rust maar volgt juist een periode van geestelijke arbeid. “Ik moet ook altijd lachen om de term ‘rust zacht’”, grapt Hans. “Die is volledig misplaatst, het is juist hard werken aan de overkant.” Dat begint al op het moment dat je balanceert op de grens van leven en dood, en je het gevoel krijgt dat je je losmaakt van je fysieke lichaam. “Het losmaken van de twee geestelijke etherische en astrale lichamen van het fysieke lichaam begint vaak in de hartstreek. Daar zie je iets van een wolkje of een lichtflits. Je voeten worden meestal als eerste koud, want het etherische lichaam waarin de levenskracht zit, schuift als een huls over je fysieke lichaam omhoog. Bij een pas gestorvene kun je soms voelen waar het laatste verbindingspunt zit. De kruinchakra wordt dan gloeiend heet. Maar daar moet je absoluut vanaf blijven want dan frustreer je het sterfproces.”

Etherische wereld (fase 1) De achterblijvers voelen een diep verdriet om het verlies van de pas gestorvene die volgens Hans juist een vreugdevolle tijd doormaakt. “Direct na het sterven zie je meestal op een afstandje je fysieke lichaam liggen. Dat is een bijzondere ervaring. Je realiseert je dat je zelf nog leeft, en dat je geest sterker is dan je lichaam. Dat besef roept een intense vreugde op die je meedraagt tijdens je reis door de sferen.” Een tweede moment van blijdschap is wanneer je je eerder gestorven dierbaren terugziet. “En bovendien ontmoet je je engel en vaak ook de kosmische Christus als de Heer van het Karma. Niet in de kerkelijke betekenis, maar als een universele Christus, de geest, het lichtwezen, of hoe je het wilt noemen. Ook die ontmoeting geeft weer zo’n diep vreugde gevoel.” Hoewel het per persoon verschilt, vertoef je de eerste drie dagen in de levenskrachtenwereld of etherische wereld. Samen met het wezen van licht zie je in een snel overzicht de film van je leven terug. Dat gebeurt in een sfeer van grote mildheid en oordeelloosheid. Al je herinneringen staan als levende panoramabeelden in een cirkel om je heen. Je klus op aarde is geklaard, het is tijd om te kijken wat je ervan gemaakt hebt.

Astrale wereld (fase 2) Na die drie dagen valt je etherische lichaam weg en blijft je astraal lichaam met daarin je hogere Zelf over. Je begint nu je reis door de astrale wereld die je door de zeven planetensferen voert. Eerst de vier Maansferen, daarna volgen de Mercurius-, Venus- en Zonnesfeer. In deze sferen krijg je opnieuw een terugblik. Je verblijft langer in die sferen waarmee je een geestelijke binding hebt. Bijvoorbeeld wanneer je nog vastzit aan je ego, of aan hebzucht. Heb je daar geen binding mee, dan merk je niet dat je door die sfeer gaat. Op je astrale reis word je je van jezelf bewust en leer je eerlijk te kijken naar het leven dat achter je ligt. Je gaat invoelen wat anderen voelden die om je heen waren op de momenten die je herbeleeft. “Daar ontstaat ook het verlangen tot vergeving wanneer blijkt dat je mensen al dan niet bewust hebt beschadigd. Ook groeit de wens opnieuw te incarneren om alles alsnog in orde te maken. Ook al is het aan de overkant veel gezelliger.”

Lichtwereld (fase 3) Als je alles hebt verwerkt en losgelaten, valt ook je astrale lichaam weg en treed je de lichtwereld binnen. Wat overblijft is je hoger Zelf, dat wat je ten diepste bent. Je bent nu vrij van emoties die verbonden zijn met het astrale lichaam als verdriet, teleurstelling, angst en onmacht en je gaat als lichtwezen verder. Ook hier voert je reis je door zeven sferen. Daarin mag je alles wat je in je aardse leven hebt geleerd, omzetten in nieuwe vermogens die je in je volgende incarnatie een rijker mens maken. Aan het einde van deze lange reis wacht je de gang door het middernachtelijk uur. Deze maken we vaak niet bewust mee. Hiermee begint de voorbereiding op je nieuwe aardse leven, je volgende incarnatie.

Misschien kan deze informatie je helpen om de dood met andere ogen te bezien en er minder bang voor te zijn. Wil je er meer over weten, dan kun je je aansluiten bij de FB-pagina van Hans Stolp of bij de Stichting de Heraut (door Hans opgericht).

Een app of een borrel

 

Gerelateerde berichten

Geen reacties

Reageer op dit bericht

Powered by themekiller.com