Gezondheid

Nieuwsgierigheid of betrokkenheid?

Het is soms moeilijk om duidelijk te zijn, de moed te vergaren om iets te zeggen of de juiste woorden te vinden voor wat we willen zeggen. En nog moeilijker is het om een goede persoonlijke vraag te stellen. Het liefst communiceren we op afstand, in Jip en Janneke-taal: lief, gaaf, vet, moet even weg … zonder enige diepgang en met als afsluiting een hartje of een kruisje. Niemand die kan beoordelen of het gemeend of waar is. Maar hoe moeten we elkaar gaan begrijpen als we de tijd niet meer nemen voor een gewoon gesprek?

Het gesprek van de dag

Jip en Janneke komen elkaar tegen in de supermarkt. Jip zegt “alles goed, Janneke?” “Ja, alles gaat zijn gangetje”. “Mooi”, zegt Jip. “En jij?”, vraagt Janneke op haar beurt aan Jip. “Ja, ook alles zijn gangetje …. elke dag druk”.  “Ja, dat ken ik” zegt Janneke, “ik moet er nu snel vandoor, zit met een ziek kind thuis”. “Daar zeg je wat”, zegt Jip, ‘”want ik moet over een uur in het ziekenhuis zijn’. Doei, Doei!

Dit zijn de gesprekken die je dagelijks om je heen kunt horen. Het gaat altijd goed, en niemand neemt (of krijgt) de tijd om even bij te praten en te weten hoe het echt met de ander gaat. Jip weet niet dat Janneke op haar tandvlees loopt omdat haar kind doodziek is, en Janneke weet niet dat Jip iets ernstigs onder de leden heeft.

Hoezo? Vertel!

Met een suggestieve vraag krijg je in het algemeen geen informatie. Dat is namelijk een vraag waarbij jezelf al invult wat het antwoord zou moeten zijn. “Alles goed?” leidt bijna altijd tot het verwachte “Ja, hoor”. Als je werkelijk wilt weten hoe het gaat, ga dan open vragen stellen: hoe gaat het met je, waar ben je momenteel mee bezig, wat is er gebeurd, is er nog nieuws … of wat dan ook. En neem dan vooral de tijd om even te luisteren en daarop door te vragen. Hoezo? Vertel!

Dit heeft niets met (een ongezonde) nieuwsgierigheid te maken. Integendeel, het is een wezenlijke interesse en betrokkenheid bij elkaar die ieder mens nodig heeft.

Als we dat zouden doen, dan zouden veel minder mensen depressief zijn. Ook zouden we veel minder schrikken: schrikken van die rouwadvertentie in de krant (goh, zo onverwachts overleden), van die zelfmoordpoging van een buurman (jeetje, die heb ik gisteren nog gezien) of van die kennis die zijn kinderen heeft misbruikt (dat was toch zo’n nette man).

Als we (weer) gewoon zouden praten, dan zouden we meer begrijpen van de maatschappij waarin we leven en dan zouden er minder vooroordelen zijn. Want pas als je weet wat er in anderen omgaat, weet je ook wat er in jezelf omgaat.

De volgende keer zal ik eerst iets zeggen over de planeet van de communicatie: Mercurius.

Hoe zal ik het zeggen

 

 

 

 

Gerelateerde berichten

Geen reacties

Reageer op dit bericht

Powered by themekiller.com