Gezondheid

Intermezzo: taalkronkels

 

Je spreekt van een lot, en verschillende loten,

maar ’t meervoud van pot is natuurlijk geen poten.

Zo zeg je ook altijd één vat en twee vaten,

maar is het dan ook één kat en twee katen?

 

Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik nu dat ‘ik vloog’

maar zeg nou bij wiegen niet ‘ik woog’

want woog is nog altijd afkomstig van wegen.

Maar is ‘ik voog’ dan een vervoeging van vegen?

 

Wat hoort er bij “zoeken”? Jazeker ‘ik zocht’

Maar zeg je bij vloeken dan ‘ik vlocht’?

Welnee, want vlocht komt van vlechten,

en toch is ik ‘hocht’ niet afkomstig van hechten.

 

En bij lopen hoort liep, maar bij kopen geen kiep,

en evenmin zeg je bij slopen ‘ik sliep’,

want sliep komt weer van slapen!

Maar fout is natuurlijk ‘ik riep’ bij het rapen,

want riep komt van roepen.

Wordt het dan ook ‘ik sniep’, als je hebt zitten snoepen?

 

“Ik gaf” hoort bij geven, maar “ik laf” niet bij leven,

Zo zeggen we: wij drinken en hebben gedronken,

maar echt niet: wij hinken en hebben gehonken.

 

Je moet het allemaal maar weten,

Dan kun je later zeggen ‘ik wist’,

maar als je iets bent vergeten, heb je je dan ook echt ‘vergist’?

De balans van onze gezondheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gerelateerde berichten

Geen reacties

Reageer op dit bericht

Powered by themekiller.com