Gezondheid

De jacht op ‘bijstandtrekkers’

Iedereen kent ze wel: mensen die in de bijstand zitten en ambtenaren die jacht op hen maken om ze daar uit te halen. Zonder aanzien des persoons worden ze nagezeten, verplicht om vrijwilligerswerk te doen of een baantje te zoeken. Ze worden niet gestimuleerd, maar gecommandeerd. Ze worden niet als mens benaderd, maar als een nummer.

Onvermogen om aan de harde eisen te voldoen

Zo zag ik de een na de ander binnen komen op een zogenaamde Doen-beurs, waar de Gemeente deze mensen naar toe had gestuurd had om (vrijwilligers)werk te zoeken. Verplicht! Mensen in een scootmobiel, struikelend over hun eigen benen, oud en versleten of onder begeleiding van de organisatie die ze moet steunen in hun handicap. Dat kleine, relatief gezonde deel vroeg zich af wat ze daar in vredesnaam moesten doen omdat ze al voldoende vrijwilligerswerk hadden. En een deel daarvan sprak de taal nog onvoldoende om ook maar iets te begrijpen van een baantje.

Maar nee, iedereen moest een afspraak maken met een organisatie voor vrijwilligerswerk. Zonder ‘vinkje’ van die organisatie mocht hij of zij de beurs niet verlaten. En niemand vroeg zich af of deze persoon wel aan de harde eisen van het werk kon voldoen.

Dom en lui

Terwijl de bijstandsgerechten vaak worden uitgemaakt voor dom en lui, zou ik willen stellen dat ‘de Gemeente’ dom en lui is. Dom om zoveel tijd te steken in een onhaalbare zaak, en lui omdat ze niet echt in gesprek gaat met de betreffende mensen en geen maatwerk levert. Want de mensen, die daadwerkelijk graag uit de bijstand willen (en kunnen), krijgen niet de hulp die ze vragen (daar heb ik er enkele van gesproken).

De uitnodigingsbrief is hooghartig en bevelend in plaats van stimulerend, als de mensen bellen naar de Gemeente zijn ze daar onbereikbaar of geïrriteerd, en als ze vragen om hulp dan worden ze het bos in gestuurd. Niemand die echt luistert en handelt met respect voor de persoon die even niet in het ideale plaatje past. En niemand die enig initiatief ontwikkelt om dit ‘probleem’ op een creatieve en menselijke manier op te lossen.

Er is al lang geen werk meer voor iedereen

Wat we telkens weer vergeten, is dat er geen werk meer is voor iedereen. Een 50-jarige werkloze timmerman met artrose kan niet meer mee in het digitale tijdperk en werken op een kantoor; een verstrooide professor is onbruikbaar op de bouw. Een moeder met kleine kinderen kan geen hele dag van huis, en binnen al onze regels en wetten is iemand die de taal niet goed spreekt nauwelijks welkom. Want hij begrijpt de instructies niet, die vaak alleen maar op papier worden aangeleverd.

Het principe van de leermeester en de gezel bestaat immers al lang niet meer. Want er is geen tijd meer om iemand al doende iets te leren (begrijpen). Dus als je niet meer in de schoolbanken kunt gaan zitten, is er geen bijscholing meer mogelijk.

Vrijwilligerswerk voor ons allen

Aangezien de Gemeente zijn taak niet goed oppakt, is het dus aan ons allen om een bijstandsgerechtigde te helpen als hij of zij wil werken aan een nieuwe toekomst. Denk met ze mee, introduceer ze ergens, help hen aan contacten en steun ze in hun strijd om verder te komen.

Help de anderen, die volledig zijn vastgelopen in het systeem en niet meer kunnen. Veroordeel ze niet, en sluit ze ook niet buiten. Want deze mensen voelen zich verdomd alleen.

En die enkeling, die naast de bijstand gewoon (zwart) blijft werken voor zover hij kan? De man of vrouw die wij dan als profiteur betitelen? Die kan dat alleen omdat wij allemaal geneigd zijn zo iemand in te huren. Dus wie is dan eigenlijk de profiteur?

 

 

 

 

 

Gerelateerde berichten

Geen reacties

Reageer op dit bericht

Powered by themekiller.com